De ARI-CP 2-5 verschilt op belangrijke punten van de AISI. Allereerst is de meetpretentie aangepast. In plaats van het screenen op gehechtheidsproblematiek (wat de AISI beoogde), beogen we met de ARI-CP 2-5 inzicht te geven in de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie tussen opvoeder en kind, zoals beschreven door de opvoeder. Daarnaast is de antwoordschaal aangepast naar een vijfpuntsschaal van "helemaal niet van toepassing" tot "helemaal van toepassing". Ook is er een schaal 'Veilige gehechtheid' toegevoegd. Tot slot wordt er in de ARI-CP 2-5 niet alleen naar kindgedragingen, maar ook naar cognities, gevoelens en gedraging van de opvoeder ten opzichte van het kind
gevraagd. De ARI-CP 2-5 legt meer nadruk op het relationele aspect van gehechtheid dan dat de AISI en heeft meer aandacht voor de beleving van opvoeders. In de praktijk zal moeten blijken in hoeverre de ARI-CP de AISI volledig vervangt. Mogelijk kan er in bepaalde gevallen toch de voorkeur zijn voor de AISI, bijvoorbeeld bij adoptie- of pleeggezinnen.
gevraagd. De ARI-CP 2-5 legt meer nadruk op het relationele aspect van gehechtheid dan dat de AISI en heeft meer aandacht voor de beleving van opvoeders. In de praktijk zal moeten blijken in hoeverre de ARI-CP de AISI volledig vervangt. Mogelijk kan er in bepaalde gevallen toch de voorkeur zijn voor de AISI, bijvoorbeeld bij adoptie- of pleeggezinnen.