Pavor Nocturnus

Dit artikel verscheen in de Basics 2-2008

Nachtmerries komen bij kinderen regelmatig voor. Ze doen zich vaak wat later in de nacht voor. Meestal zijn ze het gevolg van onverwerkte kwesties uit het dagelijks leven (angsten, problemen, conflicten) en duurt het niet lang voor het weer ove ris en het kind de hele nacht rustig doorslaapt. Soms komt het voor dat nachtmerries het gevolg zijn van overweldigende, traumatische gebeurtenissen. Nachtmerries kunnen behulpzaam zijn bij het verwerken, en beschouwd worden als pogingen weer de controle te krijgen. Uiteraard vraagt verwerking van ernstige gebeurtenissen meer begeleiding.

Specifieke slaapstoornis

Pavor Nocturnus (= 'nachtelijke paniek') lijkt op een nachtmerrie, maar is echter een specifieke slaapstoornis. Zij treft voornamelijk kinderen. Kinderen met dit probleem raken in paniek, meestal in het begin van de nacht. Ze gillen, proberen overeind te komen, bewegen hevig, slaapwandelen heel soms, ademen onregelmatig en transpireren. Hoewel de ogen tijdens een aanval vaak open zijn, is het kind moeilijk te wekken en te troosten. Zo'n angstig moment kan één tot tien minuten duren en 's morgens herinneren kinderen zich er meestal niets meer van. Dit in tegenstelling tot een nachtmerrie, die het kind vaak wel goed kan navertellen.

Eén tot vijf procent van alle kinderen tussen de twee en achtjaar lijdt aan Pavor Nocturnus. Het komt vooral bij jongens voor. Wanneer deze kinderen ongeveer twaalf jaar oud zijn, verdwijnt het probleem bijna altijd spontaan. Pavor Nocturnus is erfelijk, maar wordt verergerd door stress en vermoeidheid. Het is voor ouders ingrijpend en doodvermoeiend om elke nacht met hun kind in de weer te moeten zijn. Ondanks de heftigheid van de aanvallen is Pavor Nocturnus echter niet iets om ongerust over te zijn.

Wat kunt u het beste doen?

Voordat de aanval zich voordoet:

•overdag met uw kind praten over zijn (en ook uw eigen) gevoelens (wanneer was hij vandaag blij/boos/verdrietig/bang), en speciaal over zijn angsten: waar is/was hij overdag bang voor.

•als uw kind net in bed ligt, geregeld naar uw kind toe gaan, bijvoorbeeld om de tien tot twintig minuten, en het even kort geruststellend toespreken, waarbij u lichamelijk contact maakt (aai over hoofd/rug, kusje, enzovoorts): 'Jij ligt lekker in bed en wij zijn beneden en passen op je'. Het is raadzaam dit ook te doen als het kind slaapt.

•bij houden hoeveel minuten na het inslapen uw kind een aanval krijgt. Vervolgens uw kind vijftien minuten voor dat moment wekken en het vijf minuten wakker houden. Doe dit zeven nachten achter elkaar.

Als de aanval zich voordoet:

•om verwarring bij uw kind te verminderen, het licht aandoen.

•uw kind gerust stellen ('alles is in orde'. ' je bent thuis', 'ik ben bij je').

•zacht spreken en steeds herhalen wat u zegt.

•om de aanval niet te verlengen, kunt u beter uw kind niet wakker schudden.

•uw kind vasthouden. Dit werkt kalmerend. Een lichte druk op de schouders is bovendien nog extra rustgevend.

•goed in de gaten houd waar uw kind heen loopt en hem begeleiden bij het terug naar bed gaan. Dan kan hem niets overkomen.

We wensen u en uw kind van harte welterusten!

Laura Schaink

Terug

De ouder aan het woord

"Een persoonlijke, positieve benadering. Er werd echt naar ons geluisterd en naar de situatie van Yin en ons gekeken, de adviezen waren goed toe te passen. We merkten heel snel verbetering"