Wat als een ouder ernstig ziek wordt...?

Dit artikel is verschenen in de Basics 1-2013

Helaas komt het regelmatig voor dat een vader of moeder ernstig ziek wordt. Volgens de officiële cijfers krijgt één op de drie Nederlanders te maken met kanker. En naast kankerzijn er meer ziektes met een forse impact op het leven in een gezin. De gezinnen waar wij in onze Basic Trustpraktijken mee werken vormen hierop geen uitzondering. Voor ons reden om hier aandacht aan te besteden. Hoe kunt u hiermee omgaan naar uw kind en vooral naar uw kind met nog onvoldoende basisvertrouwen? Gaat u het vertellen of niet, wat vertelt u en hoe kan dat het beste worden gedaan?

Allereerst is het belangrijk om goed voor uzelf te zorgen. Het is niet erg als uw kind uw emoties ziet, maar probeer te voorkomen dat het kind meemaakt dat u overstuur bent. Een ouder die overstuur raakt is niet in staat een kind steun te bieden, en wordt dan door het kind als onveilig ervaren. Neem de tijd om de schrik van de diagnose te verwerken. Praat erover met iemand die u vertrouwt en geef uw gevoelens ruim baan. Of, als u geen prater bent, ga iets doen waardoor u zich rustiger gaat voelen: sporten, naar buiten of uw favoriete hobby beoefenen. Of gun uzelf iets extra's ter bemoediging. U kunt uw kind dan vervolgens op een rustig tijdstip in vertrouwen nemen en op zijn niveau over uw ziekte vertellen.

Wel of niet vertellen?

Uw eerste reactie kan zijn om te zwijgen over de ziekte; als ouders willen we ons kind beschermen tegen pijn en verdriet, en zeker een kind dat al veel heeft meegemaakt in zijn jonge leven. De ervaring leert dat erover praten uiteindelijk toch het beste is. Want alleen dan kan een kind er iets mee. Het merkt dan dat het serieus genomen wordt, en dat het erbij hoort. Zo blijft uw kind een gevoel van geborgenheid houden en dat is juist op dit moment erg belangrijk. Het geeft de vertrouwensbasis die u als gezin zo nodig hebt. Uw kind merkt zodat vreugde, maar ook verdriet, angsten, boosheid en zorgen in het gezin met elkaar gedeeld kunnen worden en u leert hem tevens hoe hier mee om te gaan. Op deze manier leert uw kind ook dat het op zijn eigen waarneming kan vertrouwen. Kinderen hebben fijne antennes, waarmee ze alles zien en horen, dus ook dat er iets aan de hand is met mama of papa: papa die heel stil is (of juist heel druk) en je niet zo vaak meer aankijkt, de telefoon die vaker gaat, de juf of meester die vraagt hoe het ermee gaat. Het bespreken van uw ziekte met hem bevestigtzijn gevoel dat er iets mis is, en draagt daardoor bij aan het vertrouwen in de eigen waarneming. Kinderen gaan bovendien zelf opzoek naar een verklaring als die door u ouder niet wordt aangereikt. En hun fantasie is vaak erger dan de werkelijkheid.

Wat gaat u vertellen?

Het beste kunt u eerlijk vertellen wat u heeft, waarom er iets aan gedaan moet worden, welke behandeling u krijgt en wat er de komende dagen en weken gaat gebeuren. Probeer zo duidelijk mogelijk te zijn, geeft niet te veel informatie tegelijk en niet te veel details. Gebruik woorden die kinderen begrijpen en loop niet te ver op de zaken vooruit. Houd daarbij ook rekening met de leeftijd van uw kind. Bij een peuter of kleuter kunt u bijvoorbeeld zeggen: 'Mama gaat naar het ziekenhuis omdat ze een knobbeltje in haar borst heeft en dat moet de dokter eruit halen. Ze blijft twee nachten weg en jij mag bij oma slapen.' Kinderen vanaf een jaar of zeven zijn vaak erg in feiten geïnteresseerd. Sommigen willen het naadje van de kous weten, terwijl anderen er juist maar weinig over willen horen. Probeer rekening te houden met deze verschillen en vertel wat echt belangrijk is en wat u denkt dat uw kind aankan. Door goed naar uw kind te luisteren en te kijken, wordt duidelijk of hij het begrepen heeft. Al naargelang de reactie kunt u meer vertellen of het er voorlopig bij laten. Dwing niets af, een blik of diepe zucht zegt vaak meer dan duizend woorden. Maar ook als het een kind ogenschijnlijk niets lijkt te doen, is het van belang dat te respecteren. Naarmate een kind ouder is zal het zich meer met vrienden en vriendinnen bezig houden en minder met u als ouders. Dat kan lastig zijn in de communicatie. Vaak zeggen ze alles wel te begrijpen, maar blijkt achteraf dat er toch nog veel vragen zijn. Zorg dat ook uw puber-dochter of -zoon betrokken blijft bij hetgeen u meemaakt. Met regelmaat gezamenlijk de week doornemen werkt vaak al heel goed. Als u bij uw kind met nog onvoldoende basisvertrouwen twijfelt wat u wel of niet kunt vertellen, begin dan met hem te informeren op een manier die bij een jonger kind past en let goed op hoe hij reageert. U kunt dan meer informatie geven als hij hier om vraagt.

Hoe het te vertellen?

Het is goed om als ouders samen uw kind op de hoogte te brengen. U ziet dan allebei hoe uw kind reageert en u kunt daar samen, of ieder voor zich, op inspelen. U kunt er met z'n tweeën over praten en steun zoeken bij elkaar. Op hun beurt ziet het kind hoe u als ouders omgaat met de ziekte. Als u alleen uw kind opvoedt of als de zieke papa of mama niet bij het gesprek aanwezig kan zijn, is dat geen makkelijke opgave. Vraag dan hulp als u denkt het niet alleen aan te kunnen. Misschien is er een broer of zus die kan helpen of is er een goede buur of vriend(in). Vermijd medisch jargon, gebruik woorden die bij u en uw kind passen en probeer bij uw uitleg over de ziekte de dingen bij de naam te noemen: noem wel het woord 'kanker'. Als u het woord moeilijk over uw lippen kunt krijgen, bedenk dan dat de angst voor het woord 'kanker' een volwassen angst is. Bij kinderen roept het minder nare beelden op. Breng uw kinderen als het even kan allemaal tegelijk op de hoogt van uw ziekte. Iedereen in uw gezin kan dan meteen reageren en vertellen wat er in hem omgaat. Het zien en horen van elkaars reacties schepteen band en maakt het misschien iets minder moeilijk om te dragen.

Tot slot

Het is belangrijk om uw kind te vertellen hoe u zich als ouder voelt, en dat op een rustige manier te doen. U zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat u verdrietig of in de war bent; of dat u het naar vindt dat u een poosje niet voor hem kunt zorgen, of niet op de manier die u graag zou willen. Natuurlijk kunt u best eens huilen waar uw kind bij is, maar overspoel uw kind niet met uw gevoelens en probeer tijdens het gesprek uw vertrouwen in de behandeling uit te dragen. En natuurlijk heeft u het volste recht om ook gevoelens voor u zelf te houden. Geef uw kind op zijn beurt ook de kans te praten over zijn gevoelens. Moedig hem aan om met vragen te komen. U kunt zo beter volgen wat er in hem omgaat en daar direct op inspelen, bijvoorbeeld doo rdie gevoelens te benoemen en hem vervolgens gerust te stellen: 'Je schrikt er van, dat kan ik me goed voorstellen. Ik schrok er ook van en ik was er van in de war, maar dokters kunnen tegenwoordig veel.' Op die manier kan uw kind u dan ook beter aanvoelen. Zo houdt u als gezin een hechte band met elkaar en blijft u elkaar bij wijze van spreken stevig vasthouden. Ik wens u veel kracht en verbinding als u op dit moment met een ernstige ziekte te maken heeft.

Laura Schaink

Leestips:

  • Brochure 'Kanker....en hoe moet het nu met mijn kinderen',http://overons.kwfkankerbestrijding.nl/bestellen/Pages/particulieren.aspx.

  • www.kankerspoken.nl. Voor kinderen en jongeren met een vader of moeder met kanker. Ook informatief voor ouders,leerkrachten en hulpverleners

  • Mamma heeft een knobbeltje, Pieke stuvel, uitg. Podium,IsBN 9789057590580 (vanaf 8 jaar).

Terug

professional aan het woord

"Toen Basic Trust ook bij de behandeling betrokken raakte, leverde dat veel op. De interventies leken heel simpel maar waren blijkbaar toch nodig om verder te komen."