Vakantie

Dit artikel verscheen eerder in de Basics 4-2015

ONTSPANNEN VAKANTIE?! Voor veel ouders en kinderen is vakantie een lastige periode. Kinderen met een tekort aan basisvertrouwen vinden het nogal eens moeilijk om de vaste structuur van het op tijd opstaan, naar school gaan enz. te moeten missen. Het ontbreekt hen nog aan innerlijke structuur. Kinderen kunnen dan druk worden of humeurig, vragen aandacht met negatief gedrag, of 'hangen' voortdurend om de ouders heen en stellen steeds maar vragen. Andere kinderen zitten het liefst de hele dag voor de televisie. Veel kinderen vinden het dus moeilijk om zelfstandig te spelen. Vooral als er in de vakantie ook nog bijzondere dagen zijn, zoals kerst, of een verjaardag, of een vakantie buitenshuis, dan krijgen deze kinderen het extra moeilijk.

Van de ouders wordt dan heel veel gevraagd en voor hen is de vakantie dan ook niet altijd even ontspannend. Hieronder vindt u een aantal overwegingen en tips die u kunnen helpen de vakanties voor u en uw kinderen plezieriger te laten verlopen.

Dagstructuur aanhouden, regelmaat

In de vakantie kunnen dagen erg van elkaar verschillen en daardoor onvoorspelbaar zijn. Voor kinderen met een gebrek aan basisvertrouwen is voorspelbaarheid juist heel belangrijk (zie ook ons artikel over pictogrammen in dit nummer). Zij hebben er daarom baat bij om ook in de vakanties een vaste dag structuur ervaren. Ze ervaren meer controle, als ze weten wat er gaat gebeuren. Het gevoel van controle vermindert het ongemak en de angst van het 'niet weten waar aan toe' te zijn. Een vaste dag structuur kan ontstaan als je bijvoorbeeld steeds op dezelfde tijden opstaat, eet, samenspeelt, t.v. kijkt, in bad gaat, voorgelezen wordt en naar bed gaat. Kinderen voelen zich ook veiliger als ze kunnen vooruitblikken op bijzondere gebeurtenissen. Dit hoeft niet altijd lang van te voren te gebeuren (want daar kunnen ze juist ook weer te veel spanning door opbouwen)maar een zekere mate van voorbereiding doet de spanning vaak afnemen. Een kalender kan hierbij een goed hulpmiddel zijn. Het is leuk om zo'n kalender samen te maken of om een basiskalender (kijk op www.janbibejan.com) in de keuken te hangen. Ook kan de dag er voor het ene kind anders uit zien dan voor het andere kind. Het plaatje kan dan in tweeën gedeeld worden zodat de kinderen ook van elkaar kunnen zien en begrijpen hoe de dag er uit gaat zien.

Bij de dagen met bijzondere gebeurtenissen kan het kind zelf een tekening of een symbool over de gebeurtenis maken. Daarin kan het gevoelens van spanning, angst en blijdschap een plek geven. Sommige kinderen hebben nog meer behoefte aan overzicht. Voor hen kan een dagritmekalender handig zijn. Hierop kan de volgorde van de activiteiten per dag worden aangegeven. Het is dan wel heel belangrijk om deze volgorde ook consequent aan te houden. Op www.dagritmekaarten.eigenstart.nl kunt u allerlei leuke kaarten en pictogrammen vinden om van zo'n dagritmekalender iets leuks te maken. Een aantal van deze pictogrammen kunt u iedere dag terug laten komen, en voor de bijzondere gebeurtenissen kunt u de dagkaart samen met uw kind aanvullen met kaarten of tekeningen. Het is niet bij ieder kind verstandig om hierbij tijden op te schrijven. Meestal is het beter om alleen de volgorde van activiteiten aan te geven. Kinderen kunnen dan niet van slag raken als iets wat langer duurt.. En als het bijvoorbeeld regent kun je toch gewoon buiten gaan spelen, maar dan een stuk korter.

Structureren van spelactiviteiten

Sommige kinderen moeten in hun spel op gang geholpen worden. Zij komen uit zichzelf tot niets, of halen juist alles uit de kast en verzanden in de chaos. Het kan ze dan erg helpen om alleen een selectie van speelgoed aan te bieden en er even bij te gaan zitten om ze op gang te helpen. Hierbij is het natuurlijk belangrijk om het kind goed te benoemen, bijvoorbeeld: "jij zit te twijfelen wat je zal gaan doen, nou, je bedenkt vast wel iets". Of: "Jij vindt alles leuk om mee te spelen. Kies er maar één ding uit, dan laten we de rest in de kast". Vaak kunnen kinderen zelf wel verder. Als ze maar eenmaal op gang zijn, dan is het wel van belang om even bij ze te gaan zitten en ze af en toe te benoemen.

Begeleiden van overgangen, vooruitdenken

Angstige kinderen vinden het vaak moeilijk om te schakelen van de ene naar de andere activiteit en het kan helpen ze hierbij te begeleiden. Door van te voren heel duidelijk te maken wat van hem wordt verlangd in de situatie die komen gaat, weet uw kind waar het zich aan te houden heeft en dat biedt zekerheid. "We gaan dadelijk naar de bakker en dan dragen we samen de tas". Zo voorkom je dat het kind al voor je uit de straat over rent. "Als we zo bij de bakker zijn, dan mag jij het geld geven". Juist door het kind bij overgangen, maar zeker ook bij spannende gebeurtenissen te laten helpen bij iets wat het goed aankan, ervaart het kind controle en neemt de angst en onrust af. Bij gebeurtenissen die voor het kind erg moeilijk te hanteren, maar niet te vermijden zijn, zoals bijvoorbeeld een lange autorit, kan het helpen om een beloning in het vooruitzicht te stellen. Verwoord daarbij goed het gedrag dat van het kind verwacht wordt en de precieze aard van de beloning. Overgangen die voor veel kinderen, zeker als ze op vakantie zijn, moeilijk te maken zijn, zijn opstaan en naar bed gaan. Het is zeker ook in de vakantie een goede gewoonte om bij het opstaan ruim de tijd te nemen voor het kind en veel te benoemen. Het kind voelt zich dan al helemaal gezien als het net wakker is en met de dag begint.

Aanpassen aan het ritme van het kind is hierbij heel belangrijk: "Jij kruipt er nog wat verder onder. Ik denk dat je nog geen zin hebt om op te staan". Of: "Jij staat al bij de trap. Ik kan je haast niet bij houden". Als het kind zich bij het opstaan al zo gezien voelt, is het vaak beter in staat om zelf iets te gaan doen en kan het zich wat gemakkelijker naar anderen voegen. Bij het naar bed gaan is het belangrijk om zoveel mogelijk het vaste ritueel te volgen. Verder kan het fijn zijn voor het kind om voor het slapen gaan nog eens de belevenissen van de dag door te nemen. Dit kan in de vorm van samen nabespreken, maar ook in de vorm van een verhaaltje over een dier of een kind dat dezelfde gebeurtenissen in de afgelopen dag heeft meegemaakt. Zo kan het kind de ervaringen verwerken en rustig gaan slapen. Veel kinderen worden juist onrustig als ze over de volgende dag gaan nadenken dus daarom is het handig om daarmee tot de volgende ochtend te wachten.

Bijstellen van verwachtingen en regels

Bij niet te vermijden spanningsvolle gebeurtenissen is het soms nodig om de verwachtingen omtrent het gedrag van het kind wat bij te stellen. Van een kind onder grote spanning kun je natuurlijk niet verwachten dat het rustig op een stoel zit, terwijl je dat in andere situaties wel van hem verwacht. Soms heeft een kind wat extra ruimte nodig om de spanning de baas te kunnen. U kunt in zulke situaties wel heel goed de gevoelens of intenties van uw kind benoemen. 'Je wilt zo graag naar het zwembadje, kom, we doen eerst je bandjes om". Of: 'Jij vindt die kerstman een beetje griezelig. Hij praat ook wel erg hard". Een ontspannen vakantie toegewenst!

Marijke Kellaert

Terug

professional aan het woord

"Toen Basic Trust ook bij de behandeling betrokken raakte, leverde dat veel op. De interventies leken heel simpel maar waren blijkbaar toch nodig om verder te komen."