Spiegelneuronen, mind-mindedness en gehechtheid

Dit artikel verscheen eerder in de Basics 3-2012

Afgelopen zomer vroeg ik mijn moeder of ze nog naar de wedstrijden van het EK voetbal had gekeken. 'Hou op...' zei ze 'ik ben er doodmoe van!'. 'Vond je het dan niet leuk?' vroeg ik. 'Jawel, maar ik zit op de bank de hele tijd mee te doen. Ik heb 's avonds spierpijn van het trappen...'. Komt u dit bekend voor? Of anders wel deze situatie: een vader zit met een baby'tje op schoot en geeft het een fruithapje. Niet alleen het baby'tje, maar ook de vader zit met een rond geopend mondje. Als je dat ziet, ga je je haast afvragen waar het hapje heen moet...

Bovenstaande situaties hebben alles te maken met een ontdekking die aan het begin van deze eeuw aan de Universiteit van Parma door een groep wetenschappers onder leiding van Giacomo Rizzolatti werd gedaan, namelijk de aanwezigheid van spiegelneuronen in ons brein. Bij experimenten met makaken (een apensoort) zag men verhoogde activiteit in dat deel van de hersenen waar de bewegingen worden geregeld, terwijl de aap zelf niet bewoog. Het enige wat de aap op dat moment deed was kijken naar de beweging van een wetenschapper die iets oppakte. Blijkbaar was het zien van de handeling van de onderzoeker al voldoende om specifieke delen van het brein te activeren. Een uitgebreidere beschrijving van de verdere onderzoeken is bijzonder interessant, maar zal een deel van de lezers tot gapen verleiden. Overigens… Als u gaat gapen, let dan eens op wat uw buurman of buurvrouw gaat doen. Ook een mooi spiegelmoment!

Mind-mindedness

Uit de experimenten die volgden werd duidelijk dat niet alleen de makaak, maar ook de mens beschikt over grote hoeveelheden spiegelneuronen. Spiegelneuronen nemen waar wat er gebeurt en initiëren direct tot een reactie, zoals het kopiëren van het waargenomen gedrag van de ander of het zich voorbereiden op een reactie naar die ander toe. Een voorbeeld van het eerste is de vader die het open mondje van de baby kopieert, een voorbeeld van het tweede is mijn moeder die de spierspanning voor een tackel op de bal wel voelt, maar - gelukkig voor degene die naast haar zit - niet uitvoert. De ontdekking van spiegelneuronen heeft enorm veel teweeg gebracht op allerlei onderzoeksterreinen binnen de psychologie, waar het van essentieel belang blijkt te zijn voor het begrijpen van de ontwikkeling van empathie, mentaliseren (de vaardigheid eigen en andermans gedrag in termen van interne gemoedstoestanden te zien), sociaalgedrag, moreel gedrag, en... gehechtheid. De aanwezigheid en werking van spiegelneuronen spelen namelijk een belangrijke rol bij het vermogen van ouders om de interne gemoedstoestanden (gevoelens, wensen, intenties en gedachten) van hun kind achter het gedrag van het kind te lezen en te benoemen. Dit vermogen van ouders wordt aangeduid met het begrip mind-mindedness, en de aanwezigheid daarvan geldt zelfs als een betere voorspeller van de ontwikkeling van veilige gehechtheid bij kinderen dan sensitief gedrag. En juist dit benoemen van wat het kind doet, denkt, wil en voelt vormt de kern van de basic trustmethode.

Hetzelfde gevoel

Interessant dus om eens na te gaan hoe we van spiegelneuronen via mind-mindedness bij gehechtheid komen... Hiervoor gaan we eerst weer terug naar het kopiëren van de gezichtsuitdrukking, waarbij namelijk nog iets anders bijzonders gebeurt. Naast dat de gezichtsspieren vanuit de spiegelneuronen via het motorische brein de opdracht krijgen dezelfde gezichtsuitdrukking aan te nemen, legt de combinatie van deze spierbewegingen tevens een verbinding met het emotionele deel van de hersenen. Hierdoor wordt ook de emotie, die bij deze gezichtsuitdrukking hoort, opgeroepen. Op deze manier kopieert de moeder niet alleen het teleurgestelde gezicht van haar dochter, ze ervaart deze teleurstelling ook zelf, beseft daarbij tegelijkertijd dat het niet haar eigen emotie is, en het biedt haar razendsnel de gelegenheid dit gevoel te benoemen en daar een troostende houding bij aan te nemen. In een onderzoek naar de invloed van mind-mindedness bij moeder sop de ontwikkeling van gehechtheid van hun kind (Meins 2001) werd gekeken naar de mate waarin moeders in de interactie gebruikmaakten van hun inschatting van de gemoedstoestand van hun kind. Uit het onderzoek kwam naar voren dat naarmate de moeders vaker de gemoedstoestand van hun kind ook benoemden, deze kinderen later veiliger gehecht waren.

Een passende reactie

Het belang van spiegelneuronen in het proces van gehechtheid werd duidelijk door een onderzoek dat gedaan werd door Iacobini, waarbij moeders gevraagd werd foto's van zowel hun eigen als van andere baby's te bekijken. Opnieuw was te zien hoe de spiegelneuronen geactiveerd werden en de gezichtsuitdrukking van de baby's gekopieerd. Extra bijzonder was echter dat men zag dat signalen naar een nabijgelegen deel van het brein werden gestuurd waar normaliter voorbereidingen getroffen worden voor het ondernemen van acties naar de ander toe. Vanuit het onderzoek werd dit begrepen als een voorbereiding van bijvoorbeeld troostend handelen door de moeder op de huilende baby. Opvallend was dat deze reactie bij de moeders alleen werd gezien als zij de foto's van de eigen baby's bekeken, en niet bij het kijken naar de onbekende baby's. Hier bleken spiegelneuronen dus een belangrijke functie te hebben door de ouder te helpen bij het bieden van een passende reactie op de gemoedstoestand van hun kind. De resultaten van de bovenstaande onderzoeken komen geheel overeen met wat je zou verwachten, uitgaande van gehechtheid als 'de onbedwingbare neiging bij ieder mensenkind om de nabijheid te zoeken van een beschermende volwassene in tijden van angst, spanning, honger of verdriet' (Van IJzendoorn). Een kind zal zich ineen dergelijke situatie vooral richten op de persoon die regelmatig angst en verdriet bij hem heeft herkend en gereguleerd door deze emoties voor hem te benoemen en hem vervolgens gerust te stellen.

Spiegelneuronen alleen niet voldoende

De aanwezigheid van spiegelneuronen alleen is niet voldoende om ze in te kunnen zetten; ze moeten als het ware 'ingeregeld' worden. Gebleken is dat dit 'inregelen' plaats vindt gedurende de vroege gehechtheidsperiode, doordat ouders met behulp van hun eigen spiegelneuronen de gevoelens, intenties en het gedrag van het kind spiegelen, daarover met hun kind communiceren, en in hun gedrag op het kind afstemmen. Door mind-minded te zijn bieden de ouders hun kind veiligheid en beschikbaarheid. Met de woorden die ze daarbij gebruiken (benoemen) creëren ze tevens een ordening die het kind op zijn beurt kan gebruiken om de gemoedstoestand van zowel zichzelf als die van anderen te begrijpen en daarover te communiceren. En als het kind zelf ook weer kinderen heeft, lukt het ook weer goed om de aangeboren spiegelneuronen 'in te regelen' en mind-minded te zijn. Als in de opvoeding het mind-minded zijn van ouders meer aandacht vraagt omdat de ouders dit zelf niet als zodanig mee hebben gekregen of ontwikkeld, of het kind vraagt vanuit de eigen geschiedenis om een extra inhaalslag, dan biedt de Basic Trustmethode de gelegenheid onder meer om bovenstaand proces verder te ontwikkelen en te versterken waardoor alsnog een veilige gehechtheidsrelatie kan ontstaan.

Hans van der Ham

Terug

De ouder aan het woord

"Een persoonlijke, positieve benadering. Er werd echt naar ons geluisterd en naar de situatie van Yin en ons gekeken, de adviezen waren goed toe te passen. We merkten heel snel verbetering"