Dit artikel verscheen eerder in de Basics 3-2020
Slaapproblemen bij hun jonge kind kunnen voor opvoeders een hele worsteling zijn. Voldoende slaap is van groot belang, voor kinderen én voor hun opvoeders. Wat kun je doen als je baby veel huilt en daardoor weinig (door)slaapt? De meningen zijn hierover verdeeld, zowel onder opvoeders als onder professionals. De huidige kennis over hechting, sensitief ouderschap en normaal slaapgedrag bij baby's wordt daarbij vaak nog onvoldoende meegenomen.
Een hardnekkige aanpak uit het begin van de vorige eeuw is die van gedragsdeskundige John Watson. Hij adviseerde om een baby in zijn eentje uit te laten huilen totdat het kindje vanzelf uitgeput in slaap viel. Watson vond ook dat emotionele binding met kinderen vermeden moest worden. Hij raadde knuffelen en kussen van kinderen af.
Watson kwam terug op zijn theorie, maar de invloed ervan is nog steeds merkbaar. Dit zien we bijvoorbeeld terug in de vorm van bepaalde vormen van 'slaaptraining' waarbij een baby leert om, uiteindelijk zonder te huilen, zelf in slaap te vallen en door te slapen. De opvoeder houdt dan een strak ritme aan en laat de baby een paar keer zichzelf in slaap huilen. Een andere manier is dat de opvoeder de baby steeds iets langer laat huilen zonder daarbij te reageren. Bij deze trainingen wordt een belangrijk aspect over het hoofd gezien. De aanpak kijkt alleen naar het gedragsniveau (het huilen moet stoppen) en niet naar de onderliggende (emotionele) behoeften. Hierdoor is er geen goede afstemming tussen wat de baby nodig heeft en wat de opvoeder doet. En dat is juist van essentieel belang voor het veilig kunnen hechten en opgroeien.
Huilen is communiceren
Uit onderzoek weten we dat het niet goed is voor een baby om alleen gelaten te worden of genegeerd te worden wanneer hij huilt. Huilen is het enige communicatiemiddel van baby's. Een baby wil zijn opvoeder met huilen vertellen dat hij iets nodig heeft of zich niet fijn voelt.
Wanneer de opvoeder niet passend op de signalen van de baby reageert, raakt de communicatie verstoord en krijgt de baby niet wat hij op dat moment nodig heeft. Het maakt daarbij niet uit of het dag of nacht is. Voor een baby bestaat immers nog geen duidelijk verschil tussen dag en nacht en een baby heeft een veel kortere slaapcyclus dan een volwassene. Een baby is ook nog niet in staat om meerdere slaapcycli aan elkaar vast te plakken. Jonge baby's hebben namelijk nachtelijke voeding nodig om voldoende te kunnen groeien. Ook hebben baby's hun ouders nodig om te overleven en daarom zoeken ze ook 's nachts contact met hun ouders om te controleren of ze er nog zijn. Sommige baby's hebben die nachtelijke voedingen en checks langer nodig dan andere baby's.
Wanneer de (emotionele) behoeften niet vervuld worden, heeft dit een negatieve invloed op de ontwikkeling van het basisvertrouwen: vertrouwen in jezelf en in de belangrijke anderen om je heen. Wanneer opvoeders hun baby zich in zijn eentje in slaap laten huilen, leidt dit tot wanhoop en stress bij de baby. De baby wordt overgeleverd aan de situatie en kan er niets aan veranderen. Na de wanhoop (waarbij hij steeds harder is gaan huilen) merkt de baby dat het geen zin heeft om te huilen en geeft hij uiteindelijk op. Er is dan sprake van uitdoving van de communicatie.
Stressregulatie door de opvoeder
Wanneer de baby vervolgens slaapt, lijkt het alsof hij rustig en gekalmeerd is. Uit meerdere onderzoeken blijkt echter dat baby's die alleen en huilend in slaap vallen, verhoogde cortisolwaarden in hun bloed hebben. Cortisol wordt aangemaakt wanneer mensen stress ervaren. Die stress moet gereguleerd worden om ervoor te zorgen dat de cortisolwaarden niet te hoog oplopen. Nog vaak heerst het idee dat een baby zelf weer rustig moet worden na het huilen. Maar baby's zijn niet in staat hun eigen stress en onrust te reguleren. Daarvoor is het brein van een baby nog onvoldoende ontwikkeld. Hier ligt dus een taak voor de opvoeder. Op een passende manier reageren op de stress van de baby, stelt de baby gerust. Dat kan bijvoorbeeld door de baby te troosten en bij zich te nemen. Er komt minder cortisol vrij bij de baby en de baby voelt zich veilig. Dit is ook de basis van het op latere leeftijd zelfstandig leren omgaan met stress.
Herstel van de relatie
Steeds emotioneel en fysiek beschikbaar zijn voor een baby wanneer hij huilt, vraagt veel van opvoeders. Zeker wanneer het om veel huilen gaat. Als u in contact bent met een jong gezin met een baby die veel huilt, signaleert u wellicht dat de opvoeders overprikkeld en oververmoeid dreigen te raken en daardoor minder goed afstemmen op de behoeften van hun kind. Stimuleer de opvoeders om vooral praktische hulp te vragen aan familie, buren en vrienden in plaats van hulp bij het overnemen van zorgtaken. Zo krijgen opvoeders de ruimte om een veilige band met hun kindje op te bouwen en om (emotioneel) beschikbaar te zijn en te blijven.
Boodschappenhulp, af en toe voor iemand koken kan gelukkig coronaproof. Als opvoeders een klein of geen netwerk hebben kan toch gekeken worden of bijvoorbeeld de buren kunnen worden ingeschakeld voor kleine praktische hulp, ook als daar niet veel contact mee is. Veel mensen zijn zeer bereid om even te helpen, juist met praktische zaken. Zij moeten dan wel weten dat er hulp nodig is. Als opvoeders zich overspoeld blijven voelen en niet meer weten wat ze moeten doen, dan is het goed om tijdig professionele hulp in te schakelen. Basic Trust helpt opvoeders met onder andere videofeedbackbehandeling. Samen terugkijken naar video-opnamen geeft opvoeders meer inzicht in de behoeften van hun baby. Daarna lukt het vaak beter om goed af te stemmen op het kind. De baby heeft uiteindelijk minder stress en zo ontstaat weer ruimte om te genieten voor de opvoeder en de baby.
Linda Tevel-Holleman