Samen spelen

Dit artikel verscheen eerder in de Basics 4-2009

Spelen gaat bij de meeste kinderen vanzelf. Met bijna niets kan een kind heerlijk spelen en vooral een jong kind kan nog helemaal opgaan in spel. Spelen is iets natuurlijks voor een kind, het ontstaat uit het niets. Een kind leert ook enorm veel van spelen. Ook samen spelen lijkt als vanzelf te ontstaan, maar dat is niet helemaal waar. Samen spelen is iets wat de meeste kinderen echt moeten leren. Een kind moet leren met de ander rekening te houden, te delen en verschillende sociale regels in acht te nemen. Een kind moet zichzelf kunnen verplaatsen in een ander en het gedrag kunnen interpreteren en begrijpen.

Samenspelen gaat niet vanzelf

Een kind is tot twee jaar vooral op zichzelf gericht. Het vindt het over het algemeen fijn als er andere kinderen zijn, maar kan zich nog niet verplaatsen in hun behoeften en gevoelens. Als je een speeltje ziet in de handen van een ander, dan pak je dat toch gewoon af? 'Alles is van mij', is de gedachte die hier achter zit. Echt samen spelen is er nog niet bij. Er wordt meer naast elkaar dan met elkaar gespeeld. Vanaf de leeftijd van drie of vier jaar gaat dat meestal wat beter. Dan leert het kind inzicht te krijgen in datgene wat de ander kan en wil. Je ziet dan dat kinderen samen dingen uit de grote mensen-wereld naspelen, met verkleedkleren in de weer zijn of onder begeleiding een gezelschapsspelletje spelen. Dat er in deze periode regelmatig conflicten zijn, met soms hoogoplopende emoties, betekent dat de peuter in deze periode nog veel sociale vaardigheden moet leren. Wat vraagt het niet allemaal van je en moet je incasseren als een leeftijdsgenootje eerder dan jij dat prachtige autootje te pakken heeft, of dat je jongere zusje met memory wint?

Pas vanaf de leeftijd van zes à zeven jaar kan een kind steeds meer op dit gebied. Het is minder egocentrisch en hiermee neemt het vermogen om samen te spelen toe. Het gaat meer in groepsverband spelen en stemt het doen en laten af op de groepsgenootjes. Het vindt het ook prettig om zich tijdens het spel te houden aan spelregels.

Kinderen met weinig basisvertrouwen

We zien een kind met weinig basisvertrouwen vaak een achterstand hebben in dit beschreven ontwikkelingsproces. Het reageert soms op vierjarige leeftijd nog als twee- of drie -jarige. Bij deze kinderen zien we vaak, naast heel jong gedrag, een sterke controlebehoefte. Het wil veel bepalen in het spel en raakt van slag wanneer de ander niet volgt. Dit kan snel tot conflicten leiden. Daarom is het makkelijker om met jongere kinderen te spelen. Soms echter is een kind juist te volgzaam naar andere, vaak oudere, kinderen. Ook is een kind met weinig basisvertrouwen sneller geraakt. Het ervaart regelmatig gevoelens als: 'het is niet eerlijk', 'dat is van mij' of 'ik durf niet'.

Hoe helpt u uw kind samen te spelen?

U kunt tijdens het spelen de handelingen en initiatieven van de kinderen benoemen. Daarmee helpt u het kind duidelijk te maken wat het wil van een ander kind. 'Jij wilt graag dat jullie een kasteel maken van de blokken'. Benoem ook de reacties van het andere kind. 'Jantje wil liever een hok maken voor de dieren'. Daarnaast is het van belang het goede voorbeeld te geven. Een kind leert veel door de kunst af te kijken. Door samen met het kind te spelen kunt u, zonder belerend te zijn, laten zien hoe je bijvoorbeeld kunt delen. Of u kunt nadrukkelijk het kind ervaring laten op doen met het volgen en leiden van initiatieven. Bijvoorbeeld, u beweegt zich op verschillende manieren door de kamer. De ene keer mag het kind bedenken hoe u dat samen doet en de volgende keer heeft u de beurt. Nodig af en toe kinderen van dezelfde leeftijd uit, maar beperk u in eerste instantie tot één gast tegelijk. Dat is al moeilijk genoeg. Houd de bijeenkomst kort (maximaal een uur) en dring uw kinderen geen spelpartners op waarmee het niet klikt. Het is aan te raden om neutraal en in de buurt te blijven. Houd de boel goed in de gaten, en scheid de strijdende partijen als het echt te dol wordt. Kies daarbij nooit partij, ook al ziet u overduidelijk wie er begon. Blijf altijd kalm, en herstel zo nodig de rust door de kinderen af te leiden.

Verwachtingen bijstellen

Soms kan het nodig zijn uw verwachtingen bij te stellen. Denkt u bijvoorbeeld niet dat peuters gezellig samen kunnen spelen. Het hoogst haalbare is dat ze zonder al te veel gedoe naast elkaar kunnen spelen. Ook is om goed te kunnen samenspelen basisvertrouwen een voorwaarde. Heeft het kind dat onvoldoende ontwikkeld, dan zal gelijkwaardig samenspel te veel gevraagd zijn. Er bestaan leuke boekjes over samenspelen die u kunt lezen met uw kind. Een voorbeeld is het boekje Van mij! Een ander leuk boek dat gaat over samenspelen is het boek 'Wasbeer en Otter redden een rups' van Mariken Jongman en Irene Goede.

Caroline Visser

Terug

De ouder aan het woord

"Een persoonlijke, positieve benadering. Er werd echt naar ons geluisterd en naar de situatie van Yin en ons gekeken, de adviezen waren goed toe te passen. We merkten heel snel verbetering"