Prikkelbare kinderen: sensorische integratie stimuleren

Dit artikel komt uit de Basics 1-2007


Een huilbaby is vaak een prikkelbare baby. Deze prikkelbaarheid kan dan de oorzaak van het huilen zijn. De baby kan alle zintuigprikkels die op hem afkomen nog niet verwerken. Dit verwerken van prikkels in de hersenen wordt ook wel 'sensorische integratie' genoemd. De ontwikkeling van sensorische integratie wordt al ingezet in de baarmoeder. De foetus voelt het vruchtwater om zich heen en wordt zachtjes gewiegd als de moeder beweegt. Ook voelt het de druk van de baarmoeder, vooral tijdens de laatste fase van de zwangerschap, als de baby nog flink groeit. De baby ligt dan in een gebogen houding, die ook na de geboorte nog blijft bestaan. Deze gebogen houding is rustgevend voor de baby. Veel kinderen gaan ook later nog zo liggen als ze zich geborgen willen voelen. Als de baby gaat bewegen voelt het de weerstand van de baarmoeder. Hierdoor krijgen huid, spieren en gewrichten van de foetus al informatie over het bewegen. Daarnaast hoort de foetus de hartslag van de moeder. En hoort hij de stem van de moeder (en van vader, broers/zusjes) door de buikwand heen.

Het ruggenmerg en de hersenen selecteren en verbinden de informatie vanuit de verschillende zintuigen. Daarbij kunnen vooral prikkels vanuit het evenwichtsorgaan en prikkels vanuit de spieren en gewrichten rustgegevend werken. Het tactiele systeem, dat is het systeem dat de tastprikkels verwerkt, bestaat uit twee delen: Een beschermend systeem - dit systeem waarschuwt ons voor 'gevaarlijke' prikkels, zoals pijn, te hoge temperatuur, harde aanraking. Met dit systeem trek je automatisch je hand terug bij een hete kachel. Een discriminatief of onderscheidend systeem - met dit systeem kunnen we het verschil voelen tussen hard en zacht, glad en ruw. Je kunt de vorm voelen, en voelen waar je precies wordt aangeraakt. Met dit systeem vinden we de juiste sleutelbos in een zak met meer sleutels.

Knuffelen en aaien stellen een baby gerust, deze prikkels worden door het discriminatieve systeem verwerkt. Als de sensorische integratie nog niet volledig ontwikkeld is, kan het beschermend systeem het discriminatieve systeem gaan overheersen. Het kind ervaart de geruststellend bedoelde prikkels dan niet als prettig, maar reageert erop alsof er gevaar dreigt: het kind verstart, schrikt, (over)strekt, of gaat huilen. Dit is een overmatige reactie op (tast)prikkels. Rustgevende zintuigprikkels kunnen deze reactie verminderen of voorkomen.

Wat kunt u doen om deze reactie te voorkomen:

  1. U kunt veel gebogen houdingen aanbieden, bijvoorbeeld in een hangmat, of door het gebruik van een 'Tummy Tub' (een rond badkuipje). Een kleine baby kunt u dwars op het aankleedkussen leggen, zodat de rug van de baby gebogen is bij het verschonen. Er is dan bovendien mooi oogcontact mogelijk.

  1. Een voorspelbaar dag- en nachtritme is belangrijk. Zorg voor weinig prikkels.

  1. Ook kunt u uw kind langzaam, op schoot wiegen, in een schommelstoel, of al lopend.

  1. U kunt uw kind tevens in een draagdoek dragen. U voldoet zo aan de sterke behoefte van uw kindje aan nabijheid. Op internet worden voor verschillende leeftijdsgroepen draagdoeken aangeboden. Geadopteerde peuters kunnen op deze manier nog inhalen wat zij in een eerdere leeftijdsfase aan lichamelijke nabijheid hebben gemist.

  1. Is uw kind onrustig, dan kunt u langzaam en zacht tegen hem praten. U kunt ook proberen uw eigen bewegingen te vertragen.

  1. Soms werkt een 'lullababy' (een hangmat aan een veer). Deze zorgt voor rustgevende prikkels.

  1. Van zuigen wordt een kind rustiger. U kunt uw kindje veel laten zuigen, bij voorkeur op een speen.

  1. Inbakeren maakt gebruik van de stevige druk die het kind rust geeft. Dit is te vergelijken met de druk die het kind in de baarmoeder voelde. Laat u wel deskundig voorlichten over inbakeren, bijv. op het consultatiebureau.

  1. Het is belangrijk ook zelf liefdevolle en stevige druk te gebruiken als u uw kind aanraakt, zodat het kind u goed voelt. Uiteraard dient knijpen vermeden te worden. Benader het kind bij voorkeur van voren, zodat het kind ook ziet dat u het wil aanraken.

  1. U kunt ook over rug, armen en benen wrijven met een stevige, liefdevolle aanraking, maar stop altijd direct zodra een kind laat blijken het niet prettig te vinden.

  1. Als een kind al wat ouder is, kunt u het met veel verschillende materialen laten spelen. Zo kan uw kind veel ervaring opdoen met voelen: zachte en ruwe stoffen, spelen op een gladde vloer, op tapijt of in het gras, op zand, met grind. Of u kunt uw kind laten spelen (uiteraard onder begeleiding) met bonen, piepschuim, of scheerschuim. Dat voelt allemaal verschillend aan.

Tine Schaeffer

Terug

professional aan het woord

"Toen Basic Trust ook bij de behandeling betrokken raakte, leverde dat veel op. De interventies leken heel simpel maar waren blijkbaar toch nodig om verder te komen."