Prematuur geboren kinderen

Dit artikel verscheen eerder in de Basics 3-2011

Eerste contact, het begin van een gehechtheidsrelatie

Al tijdens de zwangerschap en in de eerstemomenten na de bevalling wordt door ouders en kind contact gemaakt. Die beginnende afstemming is van belang voor de rest van het leven. Marij Eliëns beschrijft in haar boek 'Baby's in beeld' hoe het eerste gehechtheidsgedrag bij zowel ouders en kind er uit ziet. Dat is met name in het oogcontact en de lichaamstaal te zien. Het kind zoekt contact en de ouder beantwoordt de pogingen van het kind of schept de voorwaarden voor het contact. Andersom kan ook, de ouder zoekt contact en dit wordt door het kind beantwoord. Dit alles verloopt meestal vanzelf.

Vroeggeboorte en kwetsbaarheid

Wanneer een kind te vroeg geboren wordt(van 32 tot 37 weken heet dat prematuur en van eerder dan 32 weken extreem prematuur) is er sprake van een gecompliceerde situatie tijdens de bevalling. Ouders en kind zijn daardoor extra kwetsbaar. De eerste tijd na de bevalling is erg spannend met veel zorg, angst en onrust over de ontwikkeling van het kind, en ook met teleurstelling over het wegvallen van het genieten van deze periode. Het tot stand komen van de gehechtheidsrelatie bij prematuur geboren kinderen blijkt moeilijker te zijn. Deze kinderen huilen veel, zijn snel prikkelbaar en gevoelig voor nieuwe indrukken, waardoor het moeilijker te zien is dat het kind contact nodig heeft. Dit terwijl de behoefte aan contact en afstemming misschien nog wel groter is dan na een voldragen zwangerschap.

De omgeving in het ziekenhuis

Prematuur geboren kinderen brengen een periode in het ziekenhuis door waar naast de goede en zo broodnodige zorg ook vele verstorende factoren zijn voor het gehechtheidsproces. De couveuse en medische apparatuur verbonden aan het kind staan tussen kind en ouders in. De harde geluiden (piepgeluiden van apparatuur) en vele andere prikkels in het ziekenhuis zijn niet te negeren. Het kind kan reageren met apathie en ook de ouder kan door alle omstandigheden niet zo gemakkelijk het contact aan gaan met haar of zijn kind. Net als alle andere kinderen hebben ook te vroeg geboren kinderen de behoefte om in contact te zijn met hun ouders en omgekeerd. Gelukkig is men zich hier op de neonatologieafdelingen in toenemende mate van bewust en zijn er allerlei aanpassingen om het contact te vergemakkelijken. Vaak is er extra ondersteuning voor de interactie tussen ouders en kind.

Het verloop van de ontwikkeling

Medisch gezien kunnen vroeggeboren kinderen met veel problemen te kampen hebben, zoals met ademhalingsproblemen en hersenbloedingen. Soms zijn er ook problemen in de bloedsomloop en in het spijsverteringsstelsel. De kinderen hebben vaak moeite hun lichaamstemperatuur te reguleren en zijn afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Daarnaast kan sprake zijn van een afwezige zuigreflex, apneu, bloedarmoede, problemen in het darmkanaal en een lage weerstand.

Regelmatig zien we bij Basic Trust zogenaamde 'ex-premature' kinderen die extra gevoelig zijn, veel huilen en moeilijk troostbaar zijn. Daarnaast zijn er soms slaapproblemen, waarbij het kind vaak wakker wordt en daarna moeilijk weer in kan slapen. Dit zorgt vervolgens voor slaaptekort bij de ouders, wat al binnen drie weken burn-outverschijnselen op kan leveren. Dat alles kan gevoelens van frustratie bij de bezorgde ouders oproepen. Ook zijn er kinderen die door sondevoeding en beademing een negatieve associatie hebben met eten of drinken. Vaak blijkt ook dat bezorgdheid en controle de overhand nemen tijdens het eten, en ouders onvoldoende vertrouwen op de signalen die hun kind hen geeft. In het ziekenhuis worden voeding en drinken, ontlasting, urine en allerlei andere zaken goed gemeten. Gestimuleerd door het ziekenhuis nemen ouders deze meetmechanismen mee naar huis om controle te houden over de gezondheid van het kind. De afstemming tussen ouders en kind kan door de lichamelijke problemen die op de voorgrond staan belemmerd worden. Soms kan er zelfs sprake zijn van een negatieve spiraal waar men ongewild en onbedoeld in terecht komt.

Om alsnog een veilige gehechtheidsrelatie op gang te brengen wordt in feite extra deskundigheid van opvoeders gevraagd bij de opvoeding van dit kwetsbare kind. Het is zaak om als het ware een inhaalslag te maken samen met het kind. Met behulp van video interactie begeleiding kan na een moeilijke start een positieve interactie tussen ouder en kind bevorderd worden.

Boris, een voorbeeld

In het gezin B zijn vijf gezinsleden. Vader, moeder en drie zonen. De middelste zoon, Boris, is nog geen twee jaar en is een 'ex-prematuur'. Tijdens de zwangerschap van Boris breken de vliezen al bij 19 weken. Boris wordt geboren met 28 weken en zijn gewicht is dan 1050gram. Hij krijgt beademing in verband met onrijpe longen en daarna ontwikkelt hij BPD (Broncho Pulmonale Dysplasie), waardoor hij extra zuurstof nodig heeft. Daarbij heeft Boris vanaf het begin voedingsproblemen, waarvoor hij eerst sondevoeding krijgt en later maar moeizaam overgaat op orale voeding. Het gezin wordt verwezen door de kinderarts met de vraag te ondersteunen bij het voedingsprobleem, omdat voedsel weigering dreigt te ontstaan.

Na de intake wordt direct een video-opname gemaakt van de eetsituatie. Bij de analyse van de video-opname blijkt duidelijk dat het contact, in ieder geval tijdens de maaltijd, behoorlijk is verstoord. Boris eet alleen een hapje wanneer moeder hem afleidt met een grappig speeltje dat hij vervolgens weer op de grond gooit. Boris reageert standaard op de komst van de lepel met een afwerend gebaar. Mogelijk spelen gevoelige slokdarmen hier ook een rol. Hij draait zijn hoofd om of duwt de hand van moeder weg. Moeder is bezorgd, wat zichtbaar is op de video-opname. Boris voldoet niet aan wat een kind op die leeftijd gemiddeld zou moeten eten.

De aanpak is op verschillende punten gericht. De belangrijkste stap is het doorbreken van de negatieve spiraal. Er zijn namelijk ook momenten waarop er wel positief contact plaatsvindt, maar deze vallen door de ernst van de problematiek niet meer op. Die positieve momenten gaan we minutieus bekijken en hier wordt zichtbaar hoe moeder zorgt voor dit positieve contact. Daarna wordt met moeder besproken hoe ze deze positieve punten van afstemming kan toepassen tijdens de maaltijd met haar zoon.

Kinderen met deze problemen vragen veel van ouders. In dit gezin moet daarom het nodige gebeuren om er voor te zorgen dat moeder haar energie weer enigszins kan opbouwen. Vader neemt daartoe meer zorg op zich en een verpleegkundige uit het ziekenhuis is voor een dagdeel aangesteld om te ondersteunen. Naast het helpen verbeteren van het contact, bieden de videobeelden ook demogelijkheid om eens goed te kijken naar he tgedrag van Boris en dan met name naar wat hij met zijn gedrag wil zeggen. Door de eetproblematiek zijn deze signalen in de hectiek van alledag moeilijk te zien. Begrip hiervoor zorgt uiteindelijk voor een positieve ontwikkeling.

Daarnaast leert moeder meer de focuste leggen op wat hij wel eet en drinkt. In plaats van vast te houden aan de norm voor wat een kind normaal eet, lukt het moeder gaandeweg om steeds beter te vertrouwen op haar eigen gevoel en op wat haar kind aangeeft. Na afloop van de begeleiding is Boris nog steeds kwetsbaar, hij is vaak nog ziek en verkouden. Op zulke momenten eet Boris weer moeilijker. Dit levert echter geen stress meer op, waardoor moeder vooral kan genieten van Boris zoals hij is, wat hun onderlinge relatie, en dus het basisvertrouwen van Boris, zeer ten goede komt.

Caroline Visser

Literatuur: Aletha J. Solter, Baby's weten wat ze willen, vertrouw op de signalen van je kind. De Toorts,2001.

Marij Eliëns, Baby's in beeld, videohome training en video-interactiebegeleiding bij kwetsbare baby's, SWP, 2005.

Terug

professional aan het woord

"Toen Basic Trust ook bij de behandeling betrokken raakte, leverde dat veel op. De interventies leken heel simpel maar waren blijkbaar toch nodig om verder te komen."