Positief opvoeden en complimenten

Dit artikel verscheen eerder in Basics 2-2013

Opvoeden is topsport. Het kost veel energie. Ouders komen voortdurend voor nieuwe vragen te staan, lopen tegen zichzelf aan, moeten er hard aan werken, er vaak over praten. En toch loopt het meestal goed. Intuïtief weten de meeste ouders wat in hun gezin goed werkt en bovendien zijn kinderen veerkrachtig, ook voor het geval het een ouder eens niet lukt om het helemaal 'perfect' te doen. En o.k., de opvoeding levert ook weer veel energie op. In onze praktijk komen wij veel kinderen en ouders tegen waarbij dat anders loopt. Kinderen met onvoldoende basisvertrouwen missen juist die veerkracht en vragen extra energie van ouders. Intuïtief opvoeden is dan niet altijd voldoende. Een positieve benadering, waarvan ouders weten dat dat goed zou zijn, is soms erg moeilijk te realiseren en heeft niet altijd het verlangde effect. Vaak wordt gedacht dat een positieve opvoeding vooral bestaat uit het geven van veel complimenten, het kind prijzen en daarmee belonen voor gewenst gedrag. Ouders merken echter dat complimenten lang niet altijd aankomen. Of ze kunnen door alle problemen niets meer ontdekken waar ze een compliment over kunnen geven.

Geen oordeel van goed of fout

Bij veilig gehechte kinderen zorgen gemeende, concrete (= op het handelen van het kind gerichte) complimenten voor een goed gevoel, geven zelfvertrouwen en zorgen ervoor dat bepaald gedrag herhaald wordt, mits het goed gedoseerd is. Ze kunnen een leerproces ondersteunen en moeilijke dingen leuker en zelfs makkelijker maken. Kinderen met onvoldoende basisvertrouwen kunnen juist extra vaak en nadrukkelijker om bevestiging vragen. Dit kan zorgen voor een gevoel van machteloosheid bij ouders, omdat hun complimenten niet lijken te landen. Voor deze kinderen is het als eerste van belang dat zij zich gehoord en gezien voelen in hun 'zijn', zonder dat daar een oordeel van goed of fout aan is verbonden.

'Goed zo'

Met het geven van veel complimenten hopen ouders hun kind positief te stimuleren en zijn zelfvertrouwen te sterken. Toch is het zo dat wanneer ouders te veel en te vaak 'goed zo' roepen, dit ook nadelige effecten kan hebben. Wanneer ouders het altijd 'geweldig' vinden wat hun kind doet, leert het kind geen moeite doen voor iets wat niet vanzelf gaat. Het leert niet dat succes een resultaat is van aanleg én inspanning. En dat ze dat laatste zelf in de hand hebben.

Door te vaak 'goed zo' te roepen bij iets wat vooral door de ouder als wenselijk wordt ervaren, kunnen ouders ongemerkt de nadruk leggen op wat zij zelf verwachten van hun kind. Het kind met minder basisvertrouwen kan zich op die manier steeds meer gaan richten op wat de ander van hem wil, en wordt afhankelijk van de complimenten van ouders. Dat geeft onzekerheid, want kan het de volgende keer weer aan de verwachtingen van ouders voldoen? Faalangst ligt op de loer. Demotivatie voor leren en ontwikkelen komt dan vooral van buitenaf, terwijl we weten dat kinderen zich het beste ontwikkelen wanneer hun motivatie van binnenuit komt. Sommige kinderen met een tekort aan basisvertrouwen kunnen zelfs averechts op complimenten reageren door bepaald gewenst gedrag voortaan achterwege te laten, uit angst zich over te geven aan wat de ander wil. Zelfs komt he tvoor dat het kind met onvoldoende vertrouwen niet kan geloven dat de ouder een compliment echt meent, maar er van uit gaat dat het bedoeld is hem of haar te manipuleren. Het is daarom van belang om goed te kijken wat het effect is van een compliment op uw kind, en het eventueel achterwege te laten tot uw kind wel voldoende basisvertrouwen heeft ontwikkeld.

Achterover leunen en observeren

Om kinderen positief te stimuleren is het niet altijd nodig om complimenten te geven of een kind te belonen. Door een kind op te merken en tijd te nemen voor het kind krijgt het kind een gevoel van serieus genomen worden en kan het zich als in een warm bad van aandacht voelen. Daarnaast is het soms goed even iets meer achterover te leunen als ouder en te observeren waar het kind mee bezig is. Door aan te sluiten, het kind echt het gevoel te geven dat u hem of haar ziet middels het benoemen van wat het kind doet, wil of voelt, of door na te spelen wat het kind speelt, geef je het kind een enorm positief gevoel. Hij of zij doet er toe. En daar kan geen 'goed zo!' tegen op! Want bij een 'goed zo' staat vooral de norm van de ouder voorop, en hiermee sluit u juist aan bij het kind, u ziet het kind, en dat komt binnen.

Tips:

•Zorg ook goed voor uzelf. Als u lekker in uw vel zit, heeft u meer geduld en humor en heeft u meer aandacht voor wat uw kind voelt en nodig heeft.

•Ga elke dag eens een kwartier bij uw kind zitten. Leef uzelf in: wat beweegt uw kind om iets wel of niet te doen? Benoem wat u ziet, 'spiegel' als het ware uw kind.

•Toon belangstelling voor wat uw kind doet, zonder er een oordeel aan te verbinden.

•Laat uw waardering blijken. Niet met 'goed zo', en niet met een snoepje, want dat maakt kinderen afhankelijk van uw goedkeuring. Zeg liever wat u eraan beleeft, waar u van geniet. Hoewel dat feitelijk geen beloning is, kan het wel zo beleefd worden. Samen blij zijn is (ook) leuk, bijvoorbeeld als het uw kind lukt om zelf zijn schoenen aan te trekken en u merkt dat het daar blij over is, of als u samen zit te smikkelen van de koekjes die hij gebakken heeft. Geniet oprecht mee met het succes van uw kind, of leef mee als iets minder goed lukt. Iedereen mag fouten maken. Benoem ook eens wat u zelf niet lukt of wat u moeilijk vindt.

•Ook kunt u uw kind opmerkzaam maken op het effect van de dingen die hij doet. Dus niet: 'Wat goed dat je de helft van je koekje weggeeft', maar: 'Kijk eens naar Annes gezicht, volgens mij is ze heel blij met dat koekje!'

Goede complimenten:

•komen pas na het eerst neutraal benoemen van wat u ziet wat het kind doet,

•prijzen de inspanning, niet het intellect of het resultaat ('Knap dat je het blíjft proberen'),

•zijn gericht op bepaald concreet gedrag (wat eerst benoemd wordt),

•zijn eerlijk en 'op maat', dus niet overdreven,

•maken geen onderlinge vergelijking tussen kinderen, om concurrentie en jaloezie te voorkomen.


Caroline Visser

Terug

professional aan het woord

"Toen Basic Trust ook bij de behandeling betrokken raakte, leverde dat veel op. De interventies leken heel simpel maar waren blijkbaar toch nodig om verder te komen."