Dyscalculie

Dit artikel verscheen in de Basics 1-2011

Het is niet niks om als kind dagelijks te worstelen met je sommen en te zien dat klasgenoten het wél eenvoudig onder de knie krijgt en, terwijl jij steeds verder achterop raakt! Ook voor ouders en leerkrachten is het ontmoedigend als alle inspanningen niet beklijven…

Veel kinderen vinden het lastig om de tafels van vermenigvuldiging te leren of een ingewikkelde som uit het hoofd op te lossen. Dat is normaal. Het wordt pas problematisch, als een kind met rekenen flink gaat achterlopen op zijn klasgenootjes. Dan kan er sprake zijn van een leerstoornis, dyscalculie. Bij één op de twintig Nederlandse kinderen is dat het geval. Bij met name jongens die geadopteerd zijn lijken (ernstige) rekenproblemen nog vaker voor te komen. Dat zou vooral met concentratieproblemen te maken hebben. Voor kinderen met een (nog) beperkt basisvertrouwen komt een rekenprobleem soms extra hard aan en het kan hun fragiele zelfvertrouwen ondermijnen. In het dagelijks leven blijkt het een lastig probleem te zijn, zeker als het kind ouder wordt. Denk maar aan het vergelijken van prijzen of het inschatten van afstanden. Alleen de aanblik van cijfers kan al spanning geven. Rekenproblemen worden meestal pas laat ontdekt. Ouders voelen echter vaak al vroeg aan, dat er 'iets niet klopt' in de ontwikkeling van hun kind. Enkele voorbeelden:

• De kleuter lijkt snel van begrip, maar heeft veel moeite met telliedjes en spelletjes meteen dobbelsteen.

• Het kind in de bovenbouw van de basisschool telt nog stiekem op zijn vingers.

• Na een vakantie moet het kind weer van voren af aan beginnen met het uit het hoofdleren van de tafels. Het lijkt alsof het niet beklijft.

Wat verstaan we onder dyscalculie?

De term dyscalculie komt uit het Grieks en betekent letterlijk 'moeilijk kunnen rekenen'. De diagnose dyscalculie kan alleen gesteld worden als de opgelopen achterstand op rekengebied ernstig en hardnekkig is en niet veroorzaakt wordt door te weinig leerkansen. Kinderen met dyscalculie zijn veel minder goed in rekenen dan hun leeftijdgenootjes met dezelfde intelligentie en scholing. Ze tellen minder vlot, krijgen het splitsen en de tafels niet onder de knie en twijfelen over eenvoudige bewerkingen. Bovendien werken ze trager en maken ze meer fouten in het toepassen van rekenregels. Dyscalculie is een automatiseringsstoornis in de hersenen. Een expert op het gebied van dyscalculie, Annemie Desoete, onderscheidt vier vormen:

• procedurele dyscalculie, waarbij een kind moeite heeft met rekenprocedures;

• geheugendyscalculie, waarbij er problemenbestaan met het automatiseren van 'reken-feiten', zoals 4 + 4 = 8;

• visuospatiële dyscalculie, waarbij er problemen zijn op visueel-ruimtelijk vlak , zoals het begrijpen dat bij 25 de 2 voor tientallenstaat en de 5 voor eenheden, terwijl dit bij 52 precies andersom is;

• getallenkennis-dyscalculie, waarbij sprake is van onvoldoende kennis van en inzicht in het getallensysteem.

In de praktijk zie je vaak een combinatie van rekenproblemen.

Wanneer kan dyscalculie worden vastgesteld?

Dyscalculie kan pas met zekerheid worden vastgesteld wanneer kinderen daadwerkelijk beginnen te rekenen, meestal in de loop van groep vier. Toch zijn er diverse signalen die al op de kleuterleeftijd in de richting van dyscalculie kunnen wijzen. Deze kenmerken zijn echter alleen de voorbode van dyscalculie, als ze hardnekkig zijn. Een enkel voorbeeld: Niet zo vlot kunnen tellen, niet snel overzien van kleine hoeveelheden, moeite hebben met ordenen, problemen met abstracte begrippen zoals 'veel', 'meer dan' of 'minder dan'. Vaak leren kinderen die moeite hebben met rekenen zichzelf 'trucjes' aan, waardoor ze hun problemen nog een tijd kunnen verbloemen .In groep vijf/zes vallen deze kinderen dan alsnog door de mand. Ze raken in de bovenbouw steeds verder achterop. Ook blijken ze problemen te hebben met sommige andere vakken, zoals wereldoriëntatie, omdat daar bijvoorbeeld met tabellen en grafieken wordt gewerkt. Kinderen met rekenproblemen lopen vaak in hun basisschoolperiode emotionele schade op. Niet kunnen rekenen wordt al snel geassocieerd met 'dom zijn'. 'Denk nou eens goed na, je weet wat 2 + 2 is, dan weet je toch ook wat 2 + 3 is?' Terwijl dàt nu juist voor een kind met dyscalculie niet het geval is. Concluderend is het dus belangrijk om er snel bij te zijn en bij voorkeur al bij kleuters te kijken of het kind problemen met informatieverwerking heeft die kunnen samenhangen met mogelijke problemen bij het leren rekenen.

Hoe om te gaan met dyscalculie?

Een goede afstemming en samenwerking met de leerkrachten, de interne begeleider en remedial teacher op school is natuurlijk heel belangrijk. Rekenvaardigheid is een complex begrip. Anders dan bijvoorbeeld bij technisch lezen en spellen, spelen bij rekenvaardigheid zeer uiteenlopende processen een rol. Extra instructie in kleine groepjes (passend onderwijs) is meestal te algemeen. Op grond van individueel onderzoek kan een concreet handelingsplan opgesteld worden met extra begeleiding. Regelmatige toetsmomenten om na te gaan of je samen op de goede weg bent zijn belangrijk, ook om gemotiveerd te blijven. Omdat kinderen met dyscalculie doorgaansmoeite hebben met automatiseren, kan het wenselijk zijn om thuis te oefenen. Het is verstandig om dit altijd in overleg met school te doen en uw kind niet te overvragen. Te veel druk op het kind bij het huiswerk kan plezier in rekenen nog verder doen kelderen, en juist spanning veroorzaken. Daardoor kan het kind gaan blokkeren bij het zien van cijfers. Een rustige plek, zonder afleidende geluiden, is hierbij belangrijk. Je gunt ieder kind om plezier in het rekenen te krijgen. Om het aantrekkelijk te maken is daarom vaak het oefenen achter de computer geschikter dan met pen en papier. Dat zou meteen ook een oplossing kunnen zijn voor eventuele concentratieproblemen. Er zijn voor dit doel speciale computerprogramma's ontwikkeld. Naast deze programma's zijn er diverse andere hulpmiddelen voor kinderen met dyscalculie. In overleg met de school kunt u die hulpmiddelen kiezen die niet alleen geschikt zijn voor uw kind, maar waar uw kind zo mogelijk ook plezier in heeft. Voorbeelden: een telraam, een eenvoudige rekenmachine en inde bovenbouw van de basisschool of in het voortgezet onderwijs een map met gevisualiseerde oplossingspaden, inclusief schema's en geheugensteuntjes. Heeft uw kind een officiële dyscalculieverklaring, dan biedt deze naast erkenning ook uitleg over de specifieke rekenproblemen van uw kind. In een bijlage worden gerichte begeleidingsadviezen gegeven. Ook geeft een dyscalculieverklaring recht op bepaalde faciliteiten, zoals meer tijd voor het maken van toetsen, gebruik van een rekenmachine en kladpapier en vermindering van het aantal opgaven en/of het vereenvoudigen van te moeilijke taken bij toetsen. Kortom, er is een scala aan mogelijkheden om het kind met rekenproblemen te steunen en te bemoedigen. Voorlichting ook aan het kind zelf is belangrijk. Het gaat dan beter begrijpen wat er met hem aan de hand is. Het krijgt inzicht in de oorzaken van zijn rekenproblemen. U kunt bijvoorbeeld het stripboek 'Milan in de wereld zonder cijfers, een verhaal van een jongen met een rekenstoornis' gebruiken. Daarop aansluitend kunnen leerkrachten 'zorg op maat' bieden, afgestemd op de mogelijkheden van het kind, zonder het daarbij te overvragen. Het blijft echter 'taaie stof' voor het kind, die veel van zijn inzet vraagt. Hierbij blijft hij de niet aflatende steun en bemoediging, ook van zijn ouders, hard nodig hebben. Mocht u vragen hebben over de impact van rekenproblemen op de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind, neemt u dan gerust contact op met de basic trust hulpverlener in uw regio.

Lyda Plooy

Terug

professional aan het woord

"Toen Basic Trust ook bij de behandeling betrokken raakte, leverde dat veel op. De interventies leken heel simpel maar waren blijkbaar toch nodig om verder te komen."