Diagnose: gehechtheidsprobleem of ...?

Dit artikel verscheen in de Basics 2-2008

Onze hulpverleners horen nogal eens dat er niet alleen vermoedens zijn van gehechtheidsproblemen, maar dat er bij het kind ook wordt gedacht aan een psychiatrische stoornis, zoals ADHD of een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) of een depressie. Professionals die met het kind werken, zoals leerkrachten, artsen, hulpverleners in de ouder- en kindzorg of pedagogen observeren het kind en komen tot bovenstaande vermoedens. Als gehechtheidsproblematiek of verminderd basisvertrouwen aannemelijk is, stellen wij meestal voor om eerst te werken aan het basisvertrouwen, ook al is er daarnaast nog een andere diagnose gesteld. Maar eerst willen we eens kijken wat nu precies een psychiatrische stoornis is.

Een psychiatrische stoornis is op te vatten als een combinatie van afwijkende gedragingen die bij diverse mensen voorkomt. Alleen als een kind of volwassene aan een flink aantal van die afwijkende gedragingen voldoet wordt gesproken van een psychiatrische stoornis. Alle symptomen en criteria voor stoornissenstaan in een handboek dat regelmatig wordt vernieuwd op basis van voortschrijdend wetenschappelijk en klinisch inzicht. Dat is de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Dit handboek is het resultaat van afspraken die gemaakt zijn door psychiaters en psychologen die hun ervaringen bij elkaar legden.

Wat is de oorzaak van het gedrag?

Het feit dat je kunt spreken van een stoornis zegt dus iets over de combinatie van gedragssymptomen die een kind laat zien, maar het zegt niets over de oorzaak van het gedrag. Zo kan een depressie het gevolg zijn van onvoldoende verwerkte rouw of van te hard onder te grote druk werken, maar ook van onvoldoende basisvertrouwen. De oorzaken kunnen sterk verschillen terwijl de symptomen hetzelfde zijn. Bij sommige stoornissen speelt ook aanleg een rol.

Veel kinderen met een tekort aan basisvertrouwen voelen innerlijke onrust. Gevoelens van angst kunnen ervoor zorgen dat ze beweeglijk zijn en zich niet goed kunnen concentreren omdat ze alles in de gaten willen houden. Vaak hebben ze onvoldoende mogelijkheden aangeleerd in hun babytijd om hun gedrag te reguleren en zijn ze ook impulsief. De combinatie van druk gedrag en impulsiviteit kan dan gediagnosticeerd worden als ADHD, terwijl de oorzaak ligt in onvoldoende basisvertrouwen en problemen met gedragsregulatie, en niet zozeer in een aangeboren afwijkend neurologisch probleem.

Veel kinderen met een gebrek aan basisvertrouwen hebben moeite met het aangaan van relaties. Zij kijken mensen niet aan, of stemmen niet goed af op andere kinderen. Ze willen graag de controle houden en hebben behoefte aan steeds dezelfde patronen. Ook kinderen met ASS hebben deze symptomen. Je kunt dan aan het gedrag niet zien of er sprake is van autisme of van hechtingsproblemen. Wij kiezen ervoor om het basisvertrouwen te versterken als er reden is te veronderstellen dat een tekort aan basisvertrouwen de oorzaak zou kunnen zijn. Tijdens de behandeling kijken we dan goed welke symptomen verdwijnen en welke desondanks blijven bestaan. Meestal zien we dan de symptomen van het kind dermate afnemen dat verder onderzoek niet meer nodig is, maar soms is dat niet het geval en is er meer nodig. Dan is het beeld echter wel een stuk helderder geworden en kunnen we gerichter verwijzen.

Marijke Kellaert

Terug

De ouder aan het woord

"Een persoonlijke, positieve benadering. Er werd echt naar ons geluisterd en naar de situatie van Yin en ons gekeken, de adviezen waren goed toe te passen. We merkten heel snel verbetering"